Een Colombiaan die twee jaar vastzat voor een schietpartij na een mislukte cocaïnedeal is net voor de start van zijn rechtszaak vrijgekomen. Dat gebeurde na een fout bij justitie. Daagt hij alsnog op voor het proces? Volgens zijn advocaat wel.

Op de rechtbank in Tongeren behandelen ze donderdag een mislukte drugsdeal uit oktober 2022. Het proces staat vooral in het teken van een Colombiaan die er als kroongetuige van begin tot einde bij was toen het in de airbnb in Tongeren helemaal uit de hand liep.

Twee bendes, een allegaartje van nationaliteiten gevestigd in Nederland en een Colombiaans-Spaanse connectie, hadden namelijk allebei hetzelfde voor ogen: de andere partij oplichten. Nadat duidelijk was geworden dat de afgesproken verkoop van 30 kilo cocaïne voor 29 kilo uit suiker bestond, liep het compleet uit de hand.

De Colombiaanse beklaagde was lid van een bende gespecialiseerd in het plegen van ripdeals toen de mislukte verkoop ontaardde in een schietpartij. De dertiger werd daarbij meermaals geraakt. Hij ontvluchtte de Tongerse rijtjeswoning en werd door zijn kompanen weggebracht.

Op de valreep gevat

Met vijf kogels in het lijf belandde de Colombiaan vervolgens in een ziekenhuis in de omgeving van Parijs waar ze hem opereerden. Om de politie voor te blijven, nam hij na de ingreep, nog half versuft van de narcose, de benen richting Spanje. Hij zat op de luchthaven van Madrid waar hij wachtte op zijn vliegtuig naar Colombia, toen de Spaanse politiediensten hem op de valreep konden arresteren. Zijn plan om huiswaarts te keren was mislukt.

De dertiger werd overgeleverd aan ons land en zat in afwachting van zijn rechtszaak hier in de gevangenis. Sindsdien mislukten meerdere pogingen van zijn advocaat Tom Van Overbeke om hem voorwaardelijk vrij te krijgen. Tot justitie de gedetineerde een onverwacht nieuwjaarscadeau bezorgde. Door een vergetelheid moest de procureur-generaal hem alsnog de voorlopige invrijheidstelling toekennen.

Nooit opgeroepen

Wat was er gebeurd? Na de inleidende zitting had Van Overbeke bij de correctionele rechtbank nogmaals een verzoekschrift voor een voorlopige invrijheidstelling ingediend, maar dit werd in een vonnis van 12 december afgewezen. Een dag later tekende de advocaat in naam van zijn Colombiaanse cliënt hoger beroep aan tegen dit vonnis.

Dat beroep had in principe binnen de vijftien dagen behandeld moeten worden voor de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Antwerpen. Daarvoor had het dossier vanuit Limburg overgemaakt moeten worden aan het parket-generaal in Antwerpen. “Maar dat is nooit gebeurd”, bevestigt eerste advocaat-generaal en perswoordvoerder Luc De Mot.

Na afloop van de wettelijke behandelingstermijn van vijftien dagen meldde Van Overbeke dat zijn cliënt niet opgeroepen werd binnen de wettelijke termijn. De wet van de voorlopige hechtenis zegt dat in zulke gevallen de verdachte vrijgelaten moet worden. In Antwerpen konden ze niet anders dan de opdracht tot invrijheidstelling geven. Dat gebeurde op 3 januari.

Door zijn vrijlating is het twijfelachtig of de Colombiaanse beklaagde nog wel zin heeft in het bijwonen van zijn rechtszaak. “Of hij donderdag in de rechtbank aanwezig zal zijn? Hij is als slachtoffer van de schietpartij ook burgerlijke partij in deze zaak, dus ik verwacht hem daar. Daarover zijn duidelijke afspraken gemaakt. Bovendien betwist hij zijn betrokkenheid en is hij tevreden dat hij zich eindelijk voor de rechtbank kan verdedigen”, reageert zijn advocaat Tom Van Overbeke.

Bij het hof van beroep wordt er toch geknarsetand en spreken ze van een ernstige fout. De Antwerpse procureur-generaal en Limburgse procureur hebben de kwestie intussen besproken. Luc De Cleir, woordvoerder van de hoven en rechtbanken in de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen en Limburg, reageert: “Binnen de rechtbank werd onderzocht waarom het bestaand werkproces niet werd opgevolgd. Er werden inmiddels ook maatregelen genomen om deze situatie in de toekomst te vermijden.”